drempelband

Een drempelband is een gebied rondom een drempelwaarde waarin een regelaar of schakeling geen wijziging in de uitgang toepast. Het vormt een vorm van hysterese die ruis, meetfouten en kleine fluctuaties dempt en zo onnodige aan/uit-schommelingen voorkomt.

De band bestaat uit een ondergrens en een bovengrens. De breedte van de drempelband is het verschil tussen deze grenzen. Een bredere band vermindert de kans op frequent schakelen, maar maakt de respons trager; een smallere band reageert sneller maar kan tot meer schakelingen leiden en zo meer slijtage veroorzaken.

Toepassingen bevinden zich in thermostaten, sensoren, relaisbesturingen en automatische regelingen. In praktische systemen wordt een drempelband vaak ingezet om ruis of bewegende metingen stabiel te houden, zodat acties alleen plaatsvinden bij significante veranderingen.

Implementatie kan hardwarematig via een Schmitt-trigger of een comparator met positieve terugkoppeling, of softwarematig door twee drempels en een toestand te gebruiken. Een veelvoorkomend voorbeeld is een thermostaat: stel een ondergrens van 18°C en een bovengrens van 22°C in. De verwarming gaat aan bij 18°C of lager en blijft aan tot de temperatuur 22°C of hoger bereikt.

Zie ook: hysterese, deadband, Schmitt-trigger, drempelwaarde.