doorbrengen
Doorbrengen is een Nederlands werkwoord dat betekent: tijd spenderen of doorbrengen. Het beschrijft hoe iemand tijd vult met activiteiten of doorbrengt op een bepaalde plek. De betekenis ligt vooral in het gebruik van tijd, bijvoorbeeld wat iemand met zijn vrije tijd doet.
Gebruik en constructies. Het werkwoord is separabel. In de tegenwoordige tijd wordt de prefix vaak gescheiden:
- We brengen de zomer door in Frankrijk.
- Zij brengt haar vrije tijd door met lezen.
- Hij heeft het weekend doorgebracht met vrienden.
- De vakantie werd doorgebracht in Bali.
Betekenisversies en nuance. De kernbetekenis is neutraal: het aangeven hoe iemand tijd benut. In sommige contexten
Etymologie. Doorbrengen is afgeleid van door (door middel van, gedurende) en brengen (brengen). Het verwijst naar