Home

diffusiebaarheid

Diffusiebaarheid is een materiaalkenmerk dat aangeeft in hoeverre moleculen door een materiaal kunnen diffunderen. Het geldt voor gassen, vloeistoffen en dampen zoals zuurstof, water, oplosmiddelen en geuren. In de materiaalkunde wordt diffusie vaak gekarakteriseerd met de diffusiecoëfficiënt D; bij problemen met permeatie geldt vaak de permeabiliteit P, die P = D × S volgt, waarbij S de oplosbaarheidscoëfficiënt is. De combinatie van D en S bepaalt de algehele doorlaatbaarheid van het materiaal voor een penetrant.

Diffusie komt voort uit Fick’s wetten: de moleculaire flux is evenredig met de negatieve concentratiegradiënt en

Factoren die diffusiebaarheid beïnvloeden, omvatten temperatuur (hogere temperatuur verhoogt D en vaak S), molecuulgrootte en polariteit,

Meetmethoden omvatten tijdvertraging in permeatiemetingen, gravimetrische sorptie-experimenten en gas- of dampdiffusietesten; sommige toepassingen gebruiken NMR voor

wordt
bepaald
door
D,
de
diffusiecoëfficiënt.
De
snelheid
waarmee
een
penetrant
door
een
dun
materiaal
diffundeert,
hangt
af
van
de
dikte,
de
micro-
of
nanostructuur,
de
grootte
en
interacties
van
de
penetrant,
en
de
temperatuur.
In
polymeren
kan
D
sterk
toenemen
bij
veranderingen
in
de
structuur
rond
de
glasovergang;
de
effectieve
diffusiecoëfficiënt
wordt
daarnaast
beïnvloed
door
porositeit,
tortuositeit
en
vrije
ruimte
in
poreuze
materialen.
interacties
tussen
penetrant
en
matrix,
en
structurele
kenmerken
zoals
crosslinking,
kristalliniteit
en
vrije
ruimte.
Vocht
kan
polymeren
plasticiseren
en
daarmee
de
diffusie
bevorderen
of
remmen.
zelfdiffusie.
Toepassingen
bevinden
zich
in
verpakkings-
en
barrièrefilms,
membranen
voor
gas-
en
waterdampdiffusie,
bouwmaterialen
en
coatings,
en
in
de
beoordeling
van
lange
termijn
prestaties
van
onderdelen
en
additieven.