dekolonisatieprocessen
Dekolonisatieprocessen verwijzen naar het proces waardoor koloniale gebieden onafhankelijk worden van hun metropole en zelfbestuur krijgen. In de moderne geschiedenis beslaat dit vooral de periode na de Tweede Wereldoorlog, maar sommige gebieden verwierven eerder of later hun onafhankelijkheid. De kern is de overgang naar soevereine staten, met aandacht voor politieke, economische en sociale transitie.
Oorzaken en drijvende krachten waren nationalistische bewegingen, veranderende internationale verhoudingen en de kosten van langdurig koloniaal
Het proces verloopt meestal via onderhandelingen, referenda, constitutionele hervormingen en soms gewapende strijd. In veel gevallen
Internationale context: het dekolonisatieproces werd ondersteund door het VN-stappenplan en de Declaratie van 1960 over de
Gevolgen en debat: dekolonisatie bracht nieuwe staten en veranderde economische verhoudingen. Kritieken richten zich op economische
Voorbeelden: India (1947), Indonesië (1949), Algerije (1962), Ghana (1957), Congo (1960), Kenia (1963), Angola en Mozambique