Home

defibrillering

Defibrilleren is het toedienen van een elektrische schok aan het hart met als doel een normaal hartritme te herstellen bij levensbedreigende hartritmestoornissen, meestal ventriculaire fibrilleren of pulslloze ventrikeltachycardie. De schok depolariseert een groot deel van de hartspier en geeft het hart de kans weer op een normaal ritme te gaan.

Toepassingen en middelen: in noodgevallen kan een externe defibrillator (AED) of een professioneel apparaat de schok

Werking: de elektrische schok depolariseert de hartspier en onderbreekt chaotische elektrische activiteit, zodat het hart mogelijk

Verschillen met cardioversie: defibrilleren is een ongesynchroniseerde behandeling bij een stokkend of afwezig ritme, meestal zonder

Veiligheid en training: bij defibrilleren moeten elektroden correct geplaatst zijn en moeten omstanders uit de behandellijn

toedienen.
In
ziekenhuizen
worden
vaak
handmatige
defibrillatoren
gebruikt
door
medische
professionals.
Een
implantabel
cardioverter-defibrillator
(ICD)
is
een
onderhuids
apparaat
dat
zelfstandig
schokken
toedient
wanneer
een
gevaarlijk
ritme
ontstaat.
terugkeert
naar
een
normale
pacemaker-geleide
activiteit.
Defibrilleren
levert
doorgaans
een
ongesynchroniseerde
schok
die
wordt
toegepast
bij
afwezigheid
van
polsslag;
cardioversie
daarentegen
is
een
gesynchroniseerde
schok
bij
ritmes
met
pols.
pols.
Cardioversie
is
een
gesynchroniseerde
schok
die
wordt
toegepast
bij
ritmes
met
een
polsslag
en
specifieke
omstandigheden.
blijven
tijdens
de
schok.
contact
met
water
of
metalen
oppervlakken
en
onjuiste
aansluiting
kunnen
risico’s
vergroten.
CPR
met
defibrillatie
vergroot
de
overlevingskans.