Home

consonantgeminatie

Consonantgeminatie, ook wel verdubbeling van een medeklinker genoemd, is een fonologisch verschijnsel waarbij een medeklinker in een woord langer wordt uitgesproken of als een dubbele medeklinker fungeert. Het fenomeen komt in vele talen voor en kan fonemisch zijn (waarbij gemination betekenisverschillen kan veroorzaken) of allofonisch (het resultaat van morfologische of fonotactische omstandigheden).

Acoustisch gezien wordt geminate medeklinker doorgaans gekenmerkt door een langere duur van de consonant, vaak met

Typologie en orthografie: in talen waar geminatie fonemisch is, kan het onderscheidende betekenisverschillen opleveren (bijvoorbeeld pa(lla)

Voorbeelden: Italiaans heeft woorden als pala (schep) en palla (bal) met verdubbeling van de medeklinker; Finnisch

een
stevigere
sluiting
bij
plosieven
en
soms
met
verschillen
in
stem-
of
ademhalingskenmerken
vergeleken
met
de
enkelvoudige
vorm.
De
exacte
articulatorische
realisatie
varieert
per
taal
en
kan
invloed
hebben
op
de
syllabische
structuur
en
de
prosodie
van
het
woord.
“bal”
vs
pala
“schep”
in
het
Italiaans).
In
andere
talen
kan
geminatie
het
gevolg
zijn
van
morfologische
processen
zoals
affixatie
of
woordvorming.
Orthografisch
wordt
geminate
vaak
aangeduid
door
verdubbeling
van
een
letter
(bijv.
Italiaans,
Fins).
In
sommige
talen
wordt
geminatie
aangegeven
met
speciale
tekens
of
diakritische
marks;
in
het
Japans
wordt
het
sokuon-teken
(small
っ)
gebruikt
om
gemination
aan
te
geven,
en
in
het
Arabisch
wordt
het
shadda-teken
gebruikt
om
verdubbeling
aan
te
geven.
heeft
takka
(haard)
versus
taka
(rug);
het
Japans
markeert
gemination
met
っ,
zoals
kita
versus
kitte
(stempel).
Consonantgeminatie
speelt
zo’n
rol
in
klankstructuur,
woordvorming
en
soms
betekenis.