Home

confronteert

Confronteert is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het werkwoord confronteren. Het betekent iemand met feiten, bewijzen of kritiek onder ogen brengen, zodat die persoon verantwoording moet afleggen of reageert. Confronteren is een transitief werkwoord: iemand confronteren met iets; veelvoorkomende combinaties zijn confronteren met bewijzen of met tegenstrijdige verklaringen. Het woord komt veel voor in journalistieke, juridische en politieke contexten, maar wordt ook in alledaagse gesprekken gebruikt wanneer iemand op een incident of fout wordt gewezen.

Etymologie en gebruikskenmerken: confronteert is afgeleid van confronteren, dat op zijn beurt teruggaat op het Franse

confronter
(en
verder
op
Latijnse
wortels).
De
vervoeging
is
regelmatig:
ik
confronteer,
jij
confronteert,
hij
confronteert;
wij
confronteren;
verleden
tijd:
confronteerde;
voltooid
deelwoord:
geconfronteerd;
participium:
confronterend.
In
neutrale
of
informatieve
contexten
kan
confronteert
vrijwel
uitsluitend
bedoeld
zijn
als
feitelijke
handeling
van
het
voorleggen
van
feiten;
in
meer
beschuldigende
of
dramatische
teksten
kan
het
een
sterker,
confronterend
effect
hebben.
Voorbeelden:
De
advocaat
confronteert
de
getuige
met
tegenstrijdige
verklaringen.
De
verslaggever
confronteert
de
politicus
met
nieuw
bewijsmateriaal.
Confronteert
wordt
vaak
gebruikt
wanneer
debat
of
verantwoording
centraal
staat.