Home

beginflexibiliteit

Beginflexibiliteit is een begrip uit arbeidsmarkt- en organisatiewetenschap dat verwijst naar de mogelijkheid voor werkgevers en werknemers om in de beginfase van een arbeidsrelatie flexibel te handelen wat betreft contractduur, werktijden en arbeidsvoorwaarden. Het concept wordt vaak ingezet om de match tussen vraag en aanbod van arbeid in een voortdurend veranderende economie te verbeteren.

In de praktijk omvat beginflexibiliteit doorgaans vormen zoals tijdelijke contracten, oproepkrachten, variabele werktijden en een proefperiode

De discussie over beginflexibiliteit kent zowel voor- als nadelen. Voorstanders benadrukken het vermogen van werkgevers om

In beleid en onderzoek wordt beginflexibiliteit geplaatst naast andere vormen van flexibele arbeid. Belangrijke aandachtspunten zijn

waarin
sommige
voorwaarden
makkelijker
aangepast
kunnen
worden.
Het
doel
is
om
bij
de
start
van
een
arbeidsrelatie
snel
te
kunnen
bepalen
of
een
werknemer
past
bij
de
functie
en
de
organisatie,
waarna
de
arbeidsrelatie
eventueel
een
stellige
of
langere
vorm
krijgt.
capaciteit
af
te
stemmen
op
scholen
en
seizoenspieken,
en
het
bieden
van
kansen
aan
werknemers
om
zich
te
bewijzen.
Kritieken
wijzen
op
jobonzekerheid,
lage
beloning
en
mogelijke
beperkingen
op
doorgroeimogelijkheden
en
vaste
rechten.
Het
onderwerp
is
daarmee
een
onderdeel
van
het
bredere
debat
over
flexicurity:
streven
naar
zowel
flexibiliteit
voor
werkgevers
als
sociale
zekerheid
voor
werknemers.
de
balans
tussen
marktwerking
en
sociaal
vangnet,
de
rechtsbescherming
van
werknemers
en
de
kwaliteit
van
arbeidsvoorwaarden
in
de
beginfase
van
de
relatie.