beeldsnelheden

Beeldsnelheid, of frame rate, is het aantal afzonderlijke beelden dat per seconde wordt getoond in video of animatie. De gebruikelijke eenheid is frames per seconde (fps). Een hogere beeldsnelheid levert doorgaans soepeler bewegingen en minder motion blur, terwijl een lagere snelheid een meer “filmische” uitstraling kan geven en meer bewegingsonscherpte oplevert.

Verschillende standaarden bestaan afhankelijk van toepassing en regio. Voor cinema is 24 fps de traditie. Televisie kent andere normen: bij PAL-geschiedenis meestal 25 fps (met 50 velden per seconde bij interlaced video) en bij NTSC ongeveer 30 fps (vaak 29,97 fps) met 60 velden per seconde. Moderne displays draaien vaak progressief met 50, 60 of meer Hz, en sommige systemen ondersteunen hogere framerates zoals 120 Hz en hoger. Interlaced en progressief verwijzen naar hoe een beeld wordt opgebouwd; progressive toont elk frame in één keer, interlaced verdeelt het beeld in velden.

Opname en afspelen hangen af van de vastgelegde en afgespeelde framerate. Een camera kan bijvoorbeeld 24, 25 of 30 fps opnemen. Wanneer content met 24 fps wordt afgespeeld op een display dat 60 Hz kan weergeven, kan men technische omzetting gebruiken (zoals 3:2 pulldown of telecine) om de timing aan te passen, wat invloed kan hebben op bewegingsweergave.

Hoge beeldsnelheden worden veel toegepast bij sport, videogames en high-speed video, omdat snelle acties nauwkeuriger vastgelegd kunnen worden en er later slow motion mogelijk is. Nadelen zijn grotere bestandsgroottes en soms een minder “cinematische” look. Beeldsnelheid is een cruciale parameter die samenhangt met opname- en weergavestandaarden, en met de perceptie van beweging.