Home

antimikrobiële

Antimikrobiële verwijzen naar middelen die micro-organismen remmen of doden. Het begrip omvat medicijnen die infecties bij mensen en dieren helpen bestrijden, maar ook antiseptica en desinfectiemiddelen die op oppervlakken of wonden worden toegepast. Antimikrobiële middelen bestrijden doorgaans bacteriën, schimmels, virussen en protozoa, en worden toegepast in diverse sectoren zoals de klinische geneeskunde, diergeneeskunde en de voedingsindustrie.

Er bestaan verschillende klassen en werkingsmechanismen. Antibiotica richten zich op bacteriën; antivirale middelen op virussen; antifungale

Toepassingen zijn onder meer de behandeling van infecties in de gezondheidszorg, preventie en chirurgie, veterinaire zorg,

Antimicrobiële resistentie ontstaat wanneer micro-organismen zich aanpassen en minder gevoelig worden voor een middel. Overmatig of

middelen
op
schimmels;
antiparasitaire
middelen
op
protozoa
en
andere
parasieten.
Daarnaast
onderscheiden
zorgtoepassingen
zich
als
antiseptica
(toepassing
op
levende
weefsels)
en
desinfectantia
(toepassing
op
oppervlakken).
Veel
middelen
remmen
celwandsynthese,
beïnvloeden
eiwitsynthese
of
nucleïnezuursynthese,
of
beschadigen
het
celmembraan.
voedselverwerking
en
-conservering,
en
landbouw.
Voorbeelden
zijn
penicilline
en
andere
antibiotica,
antivirale
middelen
zoals
aciclovir,
antifungale
middelen
zoals
fluconazol,
en
antiseptica
zoals
chlorhexidine
of
alcoholische
oplossingen.
oneigenlijk
gebruik
versnelt
resistentie,
waardoor
infecties
moeilijker
en
duurder
te
behandelen
zijn.
Beheersing
vereist
stewardship-programma's,
toezicht
en
surveillance,
goede
hygiëne,
vaccinatie
en
voortdurende
ontwikkeling
van
nieuwe
medicijnen
en
alternatieve
therapieën.
Regulering
en
veiligheid
brengen
grenzen
aan
gebruik,
residu-controles
in
voedsel
en
milieueffecten
mee.