Home

WiFiinstellingen

WiFiinstellingen verwijzen naar de configuratieopties die nodig zijn om een draadloos netwerk en apparaten die daarmee verbinden in te stellen. Ze bevinden zich meestal op de router of access point en op de clients zoals laptops, smartphones en tablets. Met de WiFi-instellingen bepaal je hoe een apparaat verbinding maakt, welke netwerken beschikbaar zijn en hoe die verbinding beveiligd is.

Op een router omvatten de belangrijkste WiFi-instellingen de netwerknaam (SSID), de beveiligingsmodus (bij voorkeur WPA2‑WPA3 persoonlijk),

Bij apparaten bestaan WiFi-instellingen uit het selecteren van een netwerk, het invoeren van het wachtwoord en

Veiligheid en beheer: Gebruik een sterk wachtwoord en WPA3 indien mogelijk. Schakel WPS uit, houd firmware van

Veelvoorkomende problemen: verbindingsproblemen, verlies van signaal, verkeerd wachtwoord. Oplossingen: controleer wachtwoord, herstart router en apparaat, controleer

en
het
wachtwoord.
Daarnaast
kun
je
kiezen
tussen
2,4
GHz
en
5
GHz
of
een
dual-band
instelling,
de
kanaalkeuze,
gastnetwerken,
MAC-filtering,
en
functies
zoals
DHCP-server,
NAT
en
firewall.
Beveiligde
verbindingen
gebruiken
AES-en
encryptie.
het
kiezen
van
netwerkprofielen.
In
de
meeste
gevallen
krijgt
een
apparaat
automatisch
een
IP-adres
via
DHCP,
met
opties
voor
statisch
IP
en
manuele
DNS-instellingen.
Voor
geavanceerde
gebruikers
zijn
ook
IPv6,
proxy-instellingen
en
captive-portal-beheer
beschikbaar.
router
en
apparaten
up-to-date,
schakel
firewall
in
en
plan
netwerksegmentatie
(gastnetwerken).
Back-ups
van
instellingen
bij
wijziging.
netwerknaam,
controleer
firmware,
reset
naar
fabrieksinstellingen
als
laatste
middel.