Vloeistofsoort

Vloeistofsoort is een term die in het Nederlands wordt gebruikt om de aard van een vloeistof aan te geven in technische, wetenschappelijke en operationele contexten. De term verwijst vaak naar een classificatie die helpt bij opslag, transport, menging, veiligheid en procesmodellering.

Een veelgebruikte indeling is op basis van samenstelling: vloeistoffen kunnen zuiver zijn of mengsels. Zuivere vloeistoffen bestaan uit één chemische stof, terwijl mengsels bestaan uit twee of meer stoffen die elkaar kunnen oplossen of mengen. Verder onderscheidt men vaak organische vloeistoffen (op basis van koolstofverbindingen) en anorganische vloeistoffen. Een andere gangbare as is polair versus apolair: polaire vloeistoffen (zoals water en ethanol) hebben sterke intermoleculaire interacties, terwijl apolaire vloeistoffen (zoals hexaan en sommige oliën) minder polaire interacties vertonen.

Daarnaast spelen fysische eigenschappen een belangrijke rol bij de klasering van vloeistofsoorten. Belangrijke kenmerken zijn onder meer dichtheid, kookpunt, smeltpunt, viscositeit, vluchtigheid en oplosbaarheid in water. Deze eigenschappen bepalen onder andere in welke toepassingen een vloeistof geschikt is, hoe hij moet worden opgeslagen en welke materialen geschikt zijn voor verpakking en transport, evenals mogelijke veiligheids- en milieueffecten.

In informatiedatabases en procesontwerp wordt de vloeistofsoort gebruikt als sleutel om modellering, materiaalkeuze en veiligheidscalculaties te sturen. Voorbeelden van vloeistofsoorten zijn water, ethanol, glycerol, oliën, benzine, en aceton. De exacte interpretatie van vloeistofsoort kan per context verschillen.