Home

Unixtijd

Unixtijd, ook wel Unix-tijd of epoch time genoemd, is een methode om tijdstippen uit te drukken als het aantal seconden dat is verstreken sinds de Unix-epoch: 1 januari 1970 om 00:00:00 UTC.

De klok telt elke seconde en houdt geen speciale schrikkelseconde bij; schrikkelseconden worden in de tijdstempel

Unixtijd wordt vooral gebruikt op Unix- en Unix-achtige systemen en in veel programmeertalen. Tijden worden vaak

Representatie en limieten: op oudere systemen is time_t meestal 32-bit signed, met een maximum van 2147483647

Cross-platform en interoperabiliteit: conversies naar en vanuit menselijke notaties zijn beschikbaar in bibliotheken van talen zoals

Een voorbeeld: de waarde 0 staat gelijk aan 1970-01-01 00:00:00 UTC. Unixtijd is veelgebruikt in logbestanden,

doorgaans
genegeerd.
Deze
benadering
maakt
berekeningen
en
sorteering
van
tijdstempels
eenvoudig
en
zorgt
voor
eenduidige
afspraken
over
systemen
en
talen
heen.
opgeslagen
als
een
geheel
getal
time_t,
dat
het
aantal
seconden
sinds
de
epoch
bevat.
Voor
toepassingen
is
het
ook
gebruikelijk
om
tijdstippen
met
hogere
precisie
(milliseconden
of
nanoseconden)
op
te
slaan
via
aanvullende
representaties.
seconden,
wat
leidt
tot
de
2038-probleem.
Moderne
systemen
gebruiken
doorgaans
64-bit
time_t,
waardoor
het
bereik
aanzienlijk
groter
wordt
en
toekomstige
datumreeksen
probleemloos
kunnen
worden
weergegeven.
C,
Python
en
JavaScript.
Windows
gebruikt
echter
een
andere
oorsprong
(1601)
en
tijdrepresentaties
zoals
FILETIME,
waardoor
extra
conversie
nodig
is
voor
interoperabiliteit
met
Unix-tijd.
databases
en
netwerksystemen
vanwege
zijn
eenvoudige,
time-zone-onafhankelijke
en
consistente
formaat.