Home

Uitvoer

Uitvoer is een Nederlands begrip met meerdere betekenissen, afhankelijk van de context. In de brede zin verwijst het naar wat een systeem, proces of productie oplevert. Het kan slaan op data- of signaaloutput, maar ook op het resultaat van een handeling of verwerking. In veel vakgebieden staat het tegenover invoer (invoer).

In informatica en technologie verwijst uitvoer naar de gegevens of signalen die door een computerprogramma of

In economisch en handelskader betekent uitvoer de export van goederen en diensten naar andere landen. Het woord

Naast technisch en economisch gebruik kan uitvoer ook verwijzen naar het uiteindelijke resultaat van een proces,

apparaat
worden
geproduceerd.
Voorbeelden
zijn
tekst
die
op
een
scherm
verschijnt,
een
bestand
dat
wordt
geschreven,
of
een
uitvoer
naar
een
printer
of
netwerk.
Begrippen
als
standaarduitvoer
(stdout)
en
uitvoerformaten
zijn
gangbaar.
Beheerders
en
programmeurs
spreken
ook
over
uitvoerbuffers
die
tijdelijk
uitvoer
bewaren.
wordt
gebruikt
in
statistieken,
beleid
en
regelgeving,
zoals
in
uitvoerstatistieken
en
uitvoerbeperkingen.
In
die
context
staat
uitvoer
centraal
bij
vraagstukken
als
handelsbalans,
concurrentiepositie
en
buitenlandse
inkomsten.
Het
tegenovergestelde
is
invoer,
de
import.
zoals
de
uitvoering
van
een
berekening
of
de
output
van
een
fabriek.
De
betekenis
ligt
dus
verschilt
per
vakgebied,
maar
het
basisidee
blijft:
wat
uit
een
systeem
of
handel
voortkomt.