Toevoegen

Toevoegen is een Nederlands werkwoord dat betekent ergens iets bij te doen, aan te vullen of te introduceren. Het kan slaan op het toevoegen van ingrediënten in een recept, van items aan een lijst, of van informatie aan een tekst. In wiskundige of data-omgevingen wordt ook gesproken over toevoegen, hoewel men vaak ook optellen gebruikt voor formele getalopgaven.

Als separabel werkwoord verschijnt toevoeging in zinsbouw vaak met de scheiding van toe- en voeg. In de tegenwoordige tijd zeg je: ik voeg toe, jij voegt toe, hij voegt toe, wij voegen toe, jullie voegen toe, zij voegen toe. De gebiedende wijs is voeg toe. De verleden tijd is voegde toe en de voltooide tijd is heeft toegevoegd. Bij zinsgedeelten als voeg toe aan of toe te voegen aan gebruik je de combinatie specifiek om iets aan een bestaande entiteit toe te voegen.

Etymologisch komt toevoegen van toe- (richting of toevoeging) en voegen (samenbrengen of binden). De belangrijkste nominale vorm is toevoeging, het resultaat of de handeling van toevoegen. Ook de uitdrukking toevoeging van informatie is gebruikelijk.

Veelvoorkomende contexten zijn koken, schrijven, softwareontwikkeling en databewerking. Voorbeelden: “Voeg twee eetlepels suiker toe.” “De auteur heeft extra bronnen aan de tekst toegevoegd.” In data en programmeeromgevingen kan het betekenen dat data, velden of functies aan een bestand of programma worden toegevoegd. Toevoegen is daarmee een breed toepasbaar concept, gericht op uitbreiding of aanvulling.