Home

Referentiebereiken

Referentiebereiken zijn statistisch afgebakende intervallen waarin meetwaarden van een gezonde of referentiepopulatie meestal vallen. Ze dienen als hulpmiddel bij de interpretatie van individuele laboratoriumuitslagen. Doorgaans wordt een referentiebereik gebaseerd op 95% van de referentiepopulatie, met grenzen op de 2,5e en 97,5e percentiel, en kan het verschillen naar leeftijd, geslacht en soms andere factoren.

Constructie en variatie: Een referentiebereik wordt vastgesteld door het verzamelen van meetresultaten uit een representatieve referentiepopulatie

Interpretatie: Een waarde binnen het referentiebereik wijst vaak op een normaal resultaat voor die populatie; waarden

Relaties en definities: Soms wordt gesproken van referentierange of referentieinterval; in de praktijk verwijzen deze termen

Beperkingen: Referentiebereiken zijn afhankelijk van de gekozen populatie en meetmethoden en hoeven niet universeel toepasbaar te

en
het
toepassen
van
statistische
analyse.
Parametrische
methoden
gebruiken
het
gemiddelde
en
de
standaarddeviatie,
niet-parametrische
methoden
gebruiken
percentielen.
Belangrijk
is
dat
preanalytische
factoren
en
de
meetmethode
gestandaardiseerd
zijn.
buiten
het
bereik
hoeven
niet
direct
diagnostisch
te
zijn.
Clinici
nemen
rekening
met
herhaling,
klinische
context,
leeftijd,
geslacht
en
eventuele
aandoeningen.
Referentiebereiken
kunnen
per
laboratorium
en
per
tijdsperiode
verschillen.
naar
vergelijkbare
concepten,
maar
de
exacte
definities
kunnen
per
vakgebied
verschillen.
zijn.
Ze
vereisen
periodieke
herziening
en
kunnen
verouderen
bij
veranderingen
in
populatie
of
techniek.