Opgericht

Opgericht is in het Nederlands het voltooid deelwoord van het werkwoord oprichten en dient ook als bijvoeglijk naamwoord. Het geeft aan dat iets is gesticht of tot stand gebracht door een oprichtingshandeling, vaak met betrekking tot een organisatie, instelling of bedrijf. De wortel van het woord ligt in op- (op) en richten (richten of instellen); het duidt daarmee op het begin of de vorming van een entiteit.

In taalgebruik onderscheidt men twee hoofdtoepassingen. In predicatieve zinsbouw wordt gezegd: De firma is opgericht in 1999. In attributieve positie vóór een zelfstandig naamwoord verschijnt meestal de vorm opgerichte: de opgerichte organisatie, een opgerichte firma. Het gebruik is veelvoorkomend in zakelijke, juridische en historische contexten, bijvoorbeeld in jaarverslagen, persberichten en encyclopedische teksten.

Verwante termen zijn onder meer oprichten (het werkwoord), oprichter (founder) en oprichting (founding of foundation). Een subtiel verschil met soortgelijke termen is dat oprichten nadruk legt op de handeling van vestigen, terwijl gesticht vaak ook het bestaan of de status van een instituut benadrukt. Net als andere voltooide deelwoorden wordt opgericht vaak gecombineerd met zijn of zijn in de voltooide tijd: De organisatie is opgericht; De instelling werd opgericht.