Onweerstormen

Onweerstormen zijn convectieve weersystemen die gekenmerkt worden door onweer, met zichtbare bliksem en bijbehorende donder. Ze gaan vaak gepaard met hevige neerslag, hagel en krachtige wind. Onweerstormen ontstaan in warme, vochtige lucht die door opstijgende bewegingen in een atmosfeer met instabiliteit terechtkomt en zich ontwikkelt tot verschillende stormcellen, variërend van enkele minuten tot enkele uren.

Ontstaansvoorwaarden en ontwikkeling: Voor het optreden van een onweer is warme, vochtige lucht nodig, gecombineerd met een mechanisme dat opstijgt, zoals een frontale grens, convectie of geografie (bergen). Een enkele convectieve cel kan uitgroeien tot multi-cellulaire systemen of lineaire formaties zoals squall lines. Bepaalde typen stormen kennen een rotatie in de opduwende lucht (supercel), wat vaak gepaard gaat met grote hagel, zware windstoten en mogelijk tornado’s.

Kenmerken en gevaren: De kernmerken zijn bliksem, donder en veelal intensieve regen. Afhankelijk van het type kunnen hagelstenen aanzienlijk groot worden en kunnen krachtige windvlagen schade veroorzaken. Zware onweerstormen kunnen overstromingen en plotselinge verkeershinder veroorzaken. Door hun energieniveau leveren sommige stormen ook tornado’s of derecho-achtige winden, vooral bij lineaire systemen.

Waarneming en impact: Meteorologische diensten volgen onweer met radar, satellietbeelden en netwerken voor bliksemdetectie. Snelle waarschuwingen en advies helpen mensen en organisaties zich voor te bereiden, zoals binnen blijven, niet schuilen onder bomen en uit de buurt van wateroppervlakken blijven tijdens onweer. Klimaatverandering kan veranderingen brengen in frequentie en intensiteit van onweerstormen afhankelijk van de regio.