Lymphomen
Lymfoom zijn maligniteiten die ontstaan uit lymfocyten in het lymfatische stelsel, zoals lymfeklieren, milt en beenmerg. De ziekte omvat twee hoofdgroepen: Hodgkin-lymfoom (HL) en non-Hodgkin-lymfoom (NHL). HL wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van Reed-Sternberg-cellen; NHL omvat vele subtypes, meestal uit B-cellen of T-cellen.
Binnen NHL bestaan veel subtypes, waaronder diffuse grote B-cel-lymfoom, folliculair lymfoom, mantelcel-lymfoom en MALT-lymfoom; Burkitt-lymfoom en
Symptomen zijn vaak pijnloze lymfeklierzwelling, meestal in hals, oksel of lies. B-symptomen kunnen koorts, nachtzweten en
Diagnose gebeurt via lichamelijk onderzoek, beeldvorming (CT- of PET-scan) en een biopt van een aangetaste klier.
Behandeling is subtype- en stadiumafhankelijk en kan bestaan uit chemotherapie (bijvoorbeeld CHOP of R-CHOP voor veel
Prognose varieert sterk; Hodgkin-lymfoom heeft bij vroeg stadium vaak een gunstige uitkomst met moderne behandelingen. Non-Hodgkin-lymfoom