Home

Loeweadditiviteit

Loeweadditiviteit verwijst naar een nullmodel voor de evaluatie van interacties tussen twee geneesmiddelen met vergelijkbare werkingsmechanismen. Het concept, genoemd naar S. Loewe, beschrijft hoe de gecombineerde werking kan worden begrepen als een additieve som van de afzonderlijke effecten en wordt veel gebruikt bij farmacologie, toxicologie en kankertherapie om combinatietherapieën te beoordelen.

In de wiskundige formulering worden Dx1 en Dx2 gebruikt als dosissen van respectievelijk geneesmiddel 1 en

Loeweadditiviteit is vooral relevant voor middelen met vergelijkbare farmacologische actie en veronderstelt een constante potentierelatie over

2
die
hetzelfde
effect
bereiken
wanneer
ze
afzonderlijk
worden
toegediend.
Voor
een
combinatie
met
dosissen
a
en
b
die
hetzelfde
effect
produceren,
geldt
a/Dx1
+
b/Dx2
=
1
als
de
additieve
nulhypothese.
Een
som
kleiner
dan
1
duidt
op
synergistische
interactie
(de
combinatie
bereikt
het
effect
met
minder
dan
de
verwachte
dosissen),
terwijl
een
som
groter
dan
1
wijst
op
antagonisme.
Een
veelgebruikt
hulpmiddel
is
de
isobologram,
een
grafische
voorstelling
waarbij
de
lijn
van
additiviteit
de
assen
met
Dx1
en
Dx2
verbindt.
dosisschalen.
Het
is
een
van
meerdere
modellen
voor
interacties,
naast
Bliss-independence.
Het
vereist
nauwkeurige
dosis-respons-curves
en
wordt
geïnterpreteerd
als
een
nulmodel
tegen
het
datamodel
van
daadwerkelijke
interacties;
afwijkingen
worden
geïnterpreteerd
als
synergie
of
antagonisme
buiten
additiviteit
om.