Home

Heeft

Heeft is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord hebben. Het woord heeft twee hoofdfuncties: het kan zelfstandig gebruikt worden met de betekenis bezitten, en het dient als hulpwerkwoord bij de voltooid tegenwoordige tijd (perfectum).

Vervoeging en gebruik in de tegenwoordige tijd: ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben, jullie hebben,

Functie als hulpwerkwoord: als onderdeel van samengestelde tijden combineert hebben met het voltooid deelwoord om gebeurtenissen

Etymologie en verwantschap: hebben heeft zijn oorsprong in het oudere Nederlandse hebben en is verwant aan

Zie ook: hebben, voltooide tijd, Nederlandse grammatica.

zij
hebben.
U
heeft
volgt
dezelfde
vervoeging
als
hij
heeft,
en
wordt
in
formele
situaties
vaak
gebruikt.
Voorbeelden
als
zelfstandig
werkwoord:
“Zij
heeft
een
auto.”
“Het
gebied
heeft
vele
kenmerken.”
Voorbeelden
als
hulpwerkwoord
in
het
perfectum:
“Hij
heeft
gegeten.”
“Zij
heeft
het
boek
gelezen.”
in
het
verleden
aan
te
geven
die
relevant
zijn
voor
het
heden,
bijvoorbeeld
“Ik
heb
gisteren
gelopen”
of
“Ze
heeft
het
project
voltooid.”
Het
gebruik
van
hebben
als
hulpwerkwoord
is
standaard
in
de
meeste
dialecten
van
het
Nederlands;
sommige
uitdrukkingen
kunnen
ook
andere
constructies
vereisen.
het
Engelse
have
en
het
Duitse
haben.
Deze
familie
van
verbeten
is
een
kernonderdeel
van
de
Duitseic-Nederlandse
werkwoordense
core
en
deelt
met
die
talen
de
basisbetekenis
“bezitten”
en
het
gebruik
als
hulpwerkwoord
bij
voltooid
tijden.