Grondspanningen

Grondspanningen zijn potentiële spanningen ten opzichte van aarde die voorkomen in elektrische installaties en netten. Ze ontstaan doordat delen van een systeem een verschil in elektrisch potentiaal kunnen vertonen ten opzichte van de aarde, bijvoorbeeld door aardingssystemen, lekstromen of capacitieve koppelingen tussen kabels en de aarde.

Oorzaken omvatten onder meer het bestaan van een aardingssysteem met een niet-ideal karakter, lekstromen door isolatiefouten, en capacatieve koppelingen tussen voedingskabels en de aarde. Ook spanningsverschillen tussen aarde en neutral bij distributienetten kunnen grondspanningen veroorzaken. De opbouw van een aardingsnet en de aanwezigheid van verschillende voedingen in een gebied dragen bij aan lokale veranderingen in aardpotentiaal, vooral tijdens of na storingen.

Grondspanningen kunnen leiden tot veiligheidsrisico’s zoals touch- en stapspanningen, die mensen kunnen bereiken wanneer ze elkaar of objecten op de grond raken. Ze kunnen ook interferentie veroorzaken met metalen leidingen en kabels in de bodem en bijdragen aan corrosie van ondergrondse constructies. Daarom is het belangrijk om grondspanningen te beheersen in deontwerp, aanleg en onderhoud van installaties.

Beheersing en preventie omvatten een goed ontworpen aardings- en bondingssysteem, zoals aardingsroosters en aardingsstaven, en equipotential bonding om potentiële verschillen te beperken. Veiligheidsmaatregelen omvatten ook selectieve scheiding van functionele aarde en beschermende aarde waar nodig en het toepassen van beveiligings- en monitoringsapparatuur. Naleving van normen en richtlijnen, zoals de IEC/EN 60364-serie en Nederlandse normen, ondersteunt het ontwerp en de beoordeling van grondspanningen in verschillende soorten installaties.