Gewichtmetingen

Gewichtmetingen zijn metingen van massa of gewicht. In der meeste gevallen wordt er onderscheid gemaakt tussen massa, het in het ruwe lichaam een fundamenteel kengetal, en gewicht, dat de grootte van de zwaartekracht heeft. Gewicht wordt uitgedrukt in eenheid zoals kilogram, pond of gram en is afhankelijk van de locatie van de meting doordat de waarde van de zwaartekracht varierend kan zijn.

De meest gebruikelijke methode voor het bepalen van het gewicht is het gebruik van een weegschaal. Er zijn verschillende weegtechnieken: mechanische weegschalen zoals balanceringsweegschalen, elektronische weegschalen die een elektrische weerstandscircuit gebruiken, en optische of laser gebaseerde weeginstrumenten. Elk type heeft een nauwkeurigheidsinterval, doorgaans gerapporteerd als een foutenmarge en een betrouwbaarheidsterrein. Het kalibreren van weegschalen gebeurt met standaard gewichten volgens een nationaal of internationaal calibraat, bijvoorbeeld volgens norm CE-EN.

In sport en gezondheidszorg worden gewichtmetingen gebruikt voor het bepalen van body percentage, de BMI (Body Mass Index) of het monitoren van gewichtsveranderingen bij behandeling. In de industrie speelt gewicht een cruciale rol bij de controle van productieve lading, voor de volumedichtheid en bij logistieke berekeningen. Wetenschappers gebruiken gewichtmetingen voor chemische analyses, fysische experimenten en klimatologische waarnemingen waarbij massa of gewicht van gas en vloeistof een rol speelt.

Voor nauwkeurige wetenschappelijke of medische metingen wordt vaak gebruikgemaakt van microweegschalen of het bakken-kaart principe, waarbij het principe van "tweede kans" wordt toegepast. Elke meting vereist aandacht voor externe factoren: temperatuur, luchtdruk en trillingen kunnen de meting verstoren en moeten in de correctie worden meegenomen.