Geroepen

Geroepen is de voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord roepen, dat betekent iemand toe roepen, schelden roepen of iemand summons. In de dagelijkse taal verwijst het vaak naar het uitoefenen van een oproep of het luid roepen om iemands aandacht.

In de grammatica wordt geroepen op twee manier gebruikt. In de voltooide tijd wordt het gevormd met hebben: ik heb geroepen, jij hebt geroepen, hij heeft geroepen. Voorbeeld: ik heb naar mijn vriend geroepen. In de passieve bouw gaat het samen met worden: de getuige werd geroepen; er wordt geroepen dat de verdachte aanwezig moet zijn. Die passieve vorm geeft aan dat iemand anders de handeling uitvoert of heeft uitgevoerd.

Het participium heeft ook een idiomatische waarde in de uitdrukking geroepen worden, wat aangeeft dat iemand een vocatie of roeping voelt. Voorbeelden: Zij voelt zich geroepen tot het priesterschap; hij werd geroepen tot de orde.

Etymologie: roepen komt uit het Oudnederlands ropen en is verwant aan het Duitse rufen en het Engelse call. De voltooid deelwoordsvorm geroepen volgt de gebruikelijke patroon van Nederlandse werkwoorden met de uitgang -en.

Verschil met verwante woorden: omroepen betekent publiek bekendmaken of aankondigen, terwijl roepen/geroepen eerder een directe oproep of uitnodiging inhoudt. Het woord geroepen blijft vooral beperkt tot de taal- en literaire context waar het gaat om het oproepen van iemand of om een innerlijke roeping.