Home

Genotyperingsmethoden

Genotyperingsmethoden zijn technieken die worden gebruikt om de genetische varianten van individuen vast te stellen en daarmee het genotype op specifieke loci of op genomische schaal te bepalen. Ze kunnen gericht zijn op bekende varianten of op ontdekking van nieuwe varianten. In onderzoek en toepassing bestrijken ze klinische genetica, planten- en dierenselectie, forensische analyse en populatiegenetica.

Traditionele methoden omvatten Sanger-sequencing voor gerichte genotypering; RFLP (restriction fragment length polymorphism); AFLP (amplified fragment length

High-throughput en array-gebaseerde methoden zijn ontworpen om genotypen op duizenden tot miljoenen loci tegelijk te bepalen.

Belangrijke overwegingen bij het kiezen van een methode zijn markerdekking, nauwkeurigheid, doorvoer, kosten en de kwaliteit

polymorphism);
microsatellietanalyse;
allel-specifieke
PCR
en
pyrosequencing.
Deze
benaderingen
zijn
meestal
gericht
op
een
beperkt
aantal
loci
en
vereisen
vaak
handmatige
interpretatie,
maar
leveren
hoge
nauwkeurigheid
per
locus.
SNP-genotyperingsarrays
(microarrays)
detecteren
varianten
in
grote
collecties
monsters.
Genotyping-by-sequencing
(GBS),
RAD-seq
en
andere
reduced-representation
sequencing-methoden
leveren
genomische
genotypen
tegen
lagere
kosten
vergeleken
met
WGS.
Voor
volledige
genotypering
kan
whole-genome
sequencing
(WGS)
of
exome
sequencing
worden
gebruikt,
gevolgd
door
bioinformatica
pipelines
voor
variant
calling
en
kwaliteitscontrole.
van
het
DNA.
De
keuze
hangt
af
van
het
doel:
diagnostiek,
farmacogenomica,
planten-
of
dierenselectie
of
forensische
toepassingen.
Geassocieerd
met
genotypering
zijn
data-analyse,
variantannotatie
en
interpretatie
cruciaal
om
biologisch
relevante
conclusies
te
trekken.