Diversiteit

Diversiteit, in het Nederlands diversiteit, verwijst naar de aanwezigheid en erkenning van verschillen binnen een groep, organisatie, populatie of ecosysteem. In menselijke contexten gaat diversiteit doorgaans over dimensies zoals ras en etniciteit, geslacht, leeftijd, religie, handicap, seksuele gerichtheid, sociaal-economische achtergrond, taal, cultuur en nationaliteit; in ecologische termen betreft het genetische variatie, soortendiversiteit en de structuur van ecosystemen.

In samenlevingen en organisaties gaat diversiteit vaak samen met inclusie en gelijke kansen. Diversiteitsbeleid tracht te begrijpen welke verschillen er bestaan, drempels voor deelname te verkleinen en om een omgeving te creëren waarin diverse individuen kunnen participeren en floreren. Instrumenten zijn onder meer inclusieve werving, toegankelijke voorzieningen, bias-bewustwordingstrainingen en eerlijke werkomstandigheden. Bij het monitoren worden representatie, betaal- en doorgroeikansen gevolgd door data-analyse.

Voordelen van diversiteit zijn onder meer een groter scala aan perspectieven, betere creativiteit en besluitvorming, wendbaarheid en aansluiting bij diverse doelgroepen. In ecologische systemen kan diversiteit de veerkracht vergroten en productie ondersteunen. In onderwijs en publieke diensten kan diverse vertegenwoordiging het draagvlak en het vertrouwen versterken.

Uitdagingen zijn onder meer onbewuste vooroordelen, tokenisme, weerstand tegen verandering en complexiteit bij het meten van impact. Critici merken vaak op dat diversiteitsmaatregelen juist onevenwichtige effecten kunnen hebben als ze niet zorgvuldig worden ontworpen en gekoppeld aan bredere gelijkheidsdoelstellingen.

Zie ook onderwerpen zoals inclusie, gelijkheid, multiculturaliteit en anti-discriminatiebeleid. De invulling van diversiteit verschilt per land en sector door verschillende historische achtergronden, wettelijke kaders en maatschappelijke normen.