Ademarbeid

Ademarbeid is de fysieke arbeid die de ademhalingsspieren verrichten om lucht in en uit de longen te bewegen. De mate van ademarbeid hangt af van de elasticiteit van longen en borstwand, de luchtweerstand en de kracht en uithoudingsvermogen van de diafragma en de ademhalingsspieren. Bij normaal rustademen is de ademarbeid beperkt, terwijl bij inspanning of bij ziekte de arbeid aanzienlijk kan toenemen.

Clinisch wordt ademarbeid beschouwd als een cruciale component van de ademarbeid (work of breathing, WOB). Het kan worden geïndiceerd door symptomen zoals het gebruik van hulpademhalingsspieren, snelle ademhaling en paradoxale ademhaling, en kan worden gekwantificeerd met invasieve of niet-invasieve metingen die drukken en volumes registreren, zoals oesofageale druk om transpulmonale druk te schatten of zuurstofverbruik. Een hoger niveau van ademarbeid duidt op ademnood en kan een voorloper zijn van respiratoire insufficiëntie.

Factoren die ademarbeid verhogen zijn onder meer obstructieve aandoeningen ( COPD, astma ), restrictieve longaandoeningen (pulmonale fibrose), acute longontsteking, vocht in de longen, obesitas, neuromusculaire aandoeningen en veroudering. Behandeling richt zich op het verlagen van de belasting van het ademhalingsstelsel en het ondersteunen van ventilatie: het behandelen van de onderliggende aandoening, optimaliseren van de luchtwegpatent, zuurstoftoediening, en in sommige gevallen niet-invasieve of invasieve ventilatie. Fysieke therapie en ademhalingsoefeningen kunnen helpen de ademarbeid te verminderen.