Home

zinsbouwen

Zinsbouwen is een term uit de Nederlandse taalkunde die het bouwen van zinnen beschrijft. Het verwijst naar de regels voor de opbouw van zinnen, de volgorde van zinsdelen en de manier waarop zinnen worden verbonden in enkelvoudige en samengestelde zinnen.

Hoofdzin: In declaratieve hoofdzinnen is de werkwoordelijke constructie doorgaans 'werkwoord tweede positie' (V2). Het onderwerp volgt

Onder- en nevenzinnen: In bijzinnen staan werkwoorden vaak aan het eind van de zin. Voorbeeld: "Omdat hij

Vragen en negatie: Voor ja/nee-vragen verschuift het hulpwerkwoord naar het begin van de zin ("Gaat hij naar

Variatie en toepasbaarheid: Zinsbouwen vertoont variatie tussen dialecten en registers. Het begrip is essentieel voor taalverwerving,

vaak
een
fronted
element
zoals
een
tijdsaanduiding
of
een
bijwoord.
Voorbeeld:
"Vandaag
eet
Jan
een
appel."
In
zinnen
met
een
fronting
blijft
het
finite
werkwoord
tweede.
moe
is,
gaat
hij
vroeg
slapen."
Bij
samengestelde
zinnen
kunnen
zinsdelen
worden
gekoppeld
met
coördinatie
zoals
"en"
of
"maar",
of
met
ondergeschiktheid.
huis?").
Wie-,
wat-
en
waar-vragen
bevatten
fronting
van
het
vragende
woord.
Negatie
wordt
meestal
uitgedrukt
met
"niet"
(finite
werkwoord)
of
"geen"
bij
nominale
zinsdelen:
"Hij
eet
niet"
en
"Ik
zie
geen
hond."
taalonderwijs
en
taalkundige
analyse,
en
vormt
een
basisonderdeel
van
grammatica,
taalmodellen
en
natural
language
processing.