Home

zachtmoegdheid

Zachtmoedigheid is een deugd die in het Nederlands vaak wordt opgevat als een combinatie van mildheid, bescheidenheid en het vermogen om eigen kracht niet te gebruiken om anderen te overheersen. Het beschrijft een innerlijke houding van kalmte, geduld en zelfbeheersing die zich uit in sociale interacties: men luistert, corrigeert met respect en weigert agressie of eigen suprematie. In ethische tradities wordt zachtmoedigheid vaak gezien als tegenhanger van trots of arrogantie.

Etymologie en betekenis: de term is afgeleid van zacht (zacht, kalm) en moed (innerlijke kracht) met de

Religieuze context: in christelijke tradities wordt zachtmoedigheid vaak gezien als een verdraagzame, gehoorzame houding die wordt

Moderne betekenis: buiten religieuze context wordt zachtmoedigheid gezien als een sociale deugd die conflicten kan verminderen

achtervoeging
-igheid.
In
oudere
Nederlandse
teksten
wordt
zachtmoedigheid
soms
samengevat
als
nederigheid,
maar
er
is
een
nuance:
zachtmoedigheid
verwijst
vooral
naar
een
kalme,
niet-dwingende
houding;
nederigheid
naar
een
heldere
erkenning
van
eigen
beperkingen
en
afhankelijkheid.
beschouwd
als
vrucht
van
de
Geest
en
als
navolging
van
Christus.
In
andere
religies
kan
men
een
vergelijkbare
waardering
voor
mildheid
en
geduld
aantreffen,
zij
het
met
verschillende
theologische
onderbouwing.
en
samenwerking
kan
bevorderen.
In
leiderschap
en
communicatie
wordt
het
vaak
als
krachtig
en
effectief
gezien
wanneer
men
eigen
standpunten
duidelijk
maakt
zonder
agressie
of
het
opdringen
van
de
eigen
wil.