werkwoordvolgorde
Werkwoordvolgorde is de regeling waarmee Nederlandse zinnen hun werkwoorden rangschikken. Het beschrijft waar het finite werkwoord staat en hoe de overige werkwoorden en zinsdelen volgen in hoofd- en bijzinnen. De exacte volgorde hangt af van de zinsfunctie (hoofdzin of bijzin) en van elementen zoals tijd- of plaatsbepalingen en hulp- of modale werkwoorden. Een goed begrip van de werkwoordvolgorde maakt zinnen duidelijk en voorspelbaar.
In een gewone hoofdzin is het finite werkwoord meestal de tweede positie. Dat betekent onderwerp + werkwoord
Bijzinnen plaatsen het finite werkwoord meestal aan het eind van de bijzin. Voorbeelden: Omdat hij moe is,
In zinnen met modale werkwoorden of met infinitiefconstructies blijft de kern van de zin meestal in de
Samenvattend zorgt de werkwoordvolgorde voor een vaste structuur in het Nederlands: finite werkwoord tweede positie in