Home

watereigenschappen

Watereigenschappen verwijzen naar de fysieke en chemische kenmerken van water (H2O). Water is onder standaardomstandigheden vloeibaar, met een smeltpunt van 0 °C en een kookpunt van 100 °C bij één atmosfeer. De dichtheid ligt ongeveer op 1,0 g/cm³ bij 4 °C, de temperatuur waarbij water het dichtst opeengepakt is. Een opvallende eigenschap is dat ijs minder dicht is dan vloeibaar water, waardoor het op het water blijft drijven.

De specifieke warmtecapaciteit van water is hoog: ongeveer 4,18 J/g·K. Daardoor kan water grote hoeveelheden warmte

Water heeft een hoge oppervlaktespanning (~72,8 mN/m bij 20 °C) en een relatief hoge viscositeit (~1,0 mPa·s

Chemisch is zuiver water bij normale omstandigheden licht zuur of basisch afhankelijk van de omgeving, maar

Water werkt als universeel oplosmiddel vanwege zijn polariteit en waterstofbindingen; het lost veel zouten, zuren en

opnemen
met
geringe
temperatuursveranderingen.
De
latente
warmte
van
fusie
bedraagt
circa
333
kJ/kg
en
die
van
verdamping
circa
2260
kJ/kg.
bij
20
°C).
De
dielektrische
constante
bedraagt
circa
78
bij
20
°C,
wat
bijdraagt
aan
de
oploscapaciteit
voor
polaire
stoffen
en
ionische
dissociatie.
het
heeft
een
pH
rond
7
bij
25
°C
en
een
geringe
zelfionisatie:
2
H2O
⇌
H3O+
+
OH−.
Het
ionenproduct
Kw
ligt
bij
25
°C
rond
1,0×10⁻¹⁴.
suikers
op
en
beïnvloedt
de
reactiviteit
van
opgeloste
stoffen.
Het
is
een
essentieel
medium
in
biologische
processen
en
het
klimaat.