Home

voorstelt

Voorstelt is in standard Dutch not used as a separate word. The correct present-tense form in the third person singular of het separabele werkwoord voorstellen is altijd two words: hij stelt voor. Het werkwoord voorstellen betekent zowel “to present” als “to propose” en ook “iemand aan iemand anders voorstellen” (iemand introduceren).

Gebruik en betekenis

Voorstellen kan verwijzen naar het presenteren van een idee, plan of voorstel: bijvoorbeeld hij stelt voor

Vorm en verwante vormen

De infinitief is voorstellen. De verleden tijd is stelde voor (onvoltooid verleden tijd) en de voltooide tijd

Notitie over de spelling

Het samengetrokken woord “voorstelt” komt in moderne standaardtaal niet voor als correcte vormen; het is meestal

om
morgen
te
vertrekken.
Het
kan
ook
betekenen
dat
iemand
aan
iemand
anders
wordt
voorgesteld:
zij
stelt
haar
collega
voor
aan
de
directeur.
In
beide
gevallen
geldt
dat
de
prefix
voor-
ontspringt
uit
het
werkwoord
en
meestal
apart
wordt
geschreven
in
de
hoofdzin,
bijvoorbeeld:
hij
stelt
voor;
het
voorstel
wordt
voorgesteld.
De
scheidbare
verhouding
betekent
dat
de
prefix
in
veel
constructies
naar
het
einde
van
de
zin
kan
bewegen,
maar
in
de
meeste
dagelijkse
zinnen
blijft
het
twee
woorden.
wordt
gevormd
met
voorgesteld:
hij
heeft
voorgesteld,
zij
heeft
voorgesteld.
Het
zelfstandig
naamwoord
voor
het
idee
of
plan
is
het
voorstel;
adjectivisch
kan
men
voorkomen
met
voorgesteld
of
voorgestelde
(het
voorgestelde
plan).
een
fout
of
een
verouderde/niet-normatieve
spelling.
Correct
is
altijd:
stelt
voor
(tweede
woord)
of
voorgesteld
(deelwoord/participle).