verbrandingsapparatuur

Verbrandingsapparatuur omvat installaties en toestellen die brandstof verbranden om warmte, stoom of mechanische energie te leveren. Voorbeelden zijn verbranders, verbrandingsketels, ovens, motoren en gasturbines, evenals installaties voor afvalverbranding. Het doel is om chemische energie van brandstof om te zetten in bruikbare energie, doorgaans warmte die via een warmtewisselaar beschikbaar komt of arbeid geleverd door een motor of turbine.

Het werkingsprincipe is dat brandstof en lucht in een verbrandingskamer worden gemengd en ontstoken. De efficiëntie hangt af van de juiste brandstof-luchtverhouding, temperatuur en mengselkwaliteit. De warmte- of ontsnappende gassen worden afgevoerd via een rookgasafvoer, en systemen worden geregeld door sensoren en besturingsregels voor luchttoevoer, branderprestatie en vlambeveiliging. Veiligheid en onderhoud zijn essentiële onderdelen van verbrandingsapparatuur.

Toepassingen omvatten verwarming van gebouwen en industriële processen, stoomopwekking bij procesinstallaties, elektriciteitsopwekking met gasturbines en diesel- of gasmotoren, en afvalverbranding in speciale ovens. Milieuregels richten zich op efficiëntie en emissies zoals NOx, CO en fijn stof, en vereisen monitoring en afzuiging van rookgassen. In de Europese Unie gelden directives en normen die emissie- en veiligheidsregels per toepassing specificeren.

Onderhoud en inspectie omvatten regelmatige controle van branders en verbrandingskamers, reiniging van warmtewisselaars, testen van ontstekers en beveiligingen, en periodieke emissiemetingen om aan geldende normen te voldoen. Verbrandingsapparatuur is een cruciaal maar streng gereguleerd onderdeel van verwarmings-, industriële en energievoorzieningssystemen.