uitblazen
Uitblazen is een Nederlands werkwoord dat betekent iets met adem uit te doven door er lucht tegenaan te blazen. De uitblazing richt zich meestal op een vlam, zoals bij een kaars, maar kan ook slaan op het uitblazen van rook of een vuur. Een veelvoorkomende uitdrukking is “de kaars uitblazen”.
Grammaticaal gezien is uitblazen een scheidbaar werkwoord. In de tegenwoordige tijd zeg je bijvoorbeeld: ik blaas
Gebruik en nuance: uitblazen benadrukt het handeling door adem en is daarmee specifieker dan algemene termen