Home

toestandsverandering

Toestandsverandering is de overgang van een stof van de ene thermodynamische toestand naar de andere. De belangrijkste toestanden zijn vast, vloeistof en gas; onder extreme omstandigheden komen ook plasma en andere fasen voor. Overgangen ontstaan door veranderingen in temperatuur en/of druk en treden op bij specifieke grenswaarden, zoals het smeltpunt (vast naar vloeistof) en het kookpunt (vloeistof naar gas).

Tijdens veel toestandsveranderingen gaat warmte in of uit de stof zonder directe verandering van de temperatuur.

Voorkomende voorbeelden: water smelt bij 0°C en kookt bij 100°C bij een druk van 1 atmosferische druk;

Toestandsveranderingen spelen een cruciale rol in meteorologie, chemische techniek, materialenwetenschap en geologie, en zijn van belang

Dit
heet
latent
warmte.
De
aard
van
de
transitie
bepaalt
of
er
wel
of
geen
latent
warmte
betrokken
is.
Bij
eerste
orde
overgangen
(zoals
smelten,
verdampen,
condenseren)
is
doorgaans
duidelijke
warmte-uitwisseling;
bij
sommige
tweede
orde
overgangen
(zoals
bepaalde
magnetische
of
kristallografische
veranderingen)
treedt
de
verandering
geleidelijk
op
en
is
latent
warmte
minder
uitgesproken.
het
kookpunt
en
smeltpunt
veranderen
met
de
druk.
De
latent
warmte
van
fusie
is
circa
333
kJ/kg
en
die
van
verdamping
circa
2260
kJ/kg.
Andere
systemen
tonen
faseovergangen
onder
hoge
druk
of
bij
lage
temperaturen,
zoals
metalen
of
magnetische
materialen.
bij
verwarmings-
en
koelprocessen,
ontwerp
van
materialen
en
de
studie
van
klimaatsystemen.