televisiescherm

Een televisiescherm is het display waarop televisiebeelden worden weergegeven. Het zet elektrische signalen om in licht en kleur en bepaalt mede hoe scherp en kleurrijk een afbeelding oogt. In moderne televisies verwijst de term doorgaans naar het paneel zelf, vaak gecombineerd met een backlight en randtechnologie.

Historisch begon men met CRT-schermen (kathode-buizen) die beelden produceerden via ontsteking van fosforpunten. In de afgelopen decennia zijn LCD-panelen met achtergrondverlichting dominant geworden, gevolgd door emissieve technologieën zoals OLED en, in toenemende mate, microLED en quantum-dot-varianten (QLED). LCD-displaytypes gebruiken een laag vloeibaar kristal achter een achterlicht; OLED en MicroLED geven per pixel licht en hoeven geen aparte backlight te hebben.

Beeldkwaliteit wordt bepaald door verschillende kenmerken. Veel televisies ondersteunen 4K-resolutie (3840×2160) of 8K (7680×4320). De standaard beeldverhouding ligt meestal op 16:9. HDR (High Dynamic Range) zoals HDR10 of Dolby Vision vergroot contrast en kleurnauwkeurigheid. De verversingssnelheid en responstijd beïnvloeden de vloeiendheid van bewegende beelden, wat vooral bij sport en gaming merkbaar is.

Technologische afwegingen: OLED biedt uitstekende contrasten en brede kijkhoeken, maar kan burn-in vertonen bij statische beelden. LCD-type schermen zijn doorgaans helderder en minder gevoelig voor burn-in, maar hebben vaak tragere zwarte waarden. De keuze hangt af van prijs, helderheid, kijkomstandigheden en beoogd gebruik.

Onderhoud en verzorging bestaan vooral uit stofvrij houden en voorzichtig reinigen. Moderne televisieschermen zijn vaak geïntegreerd in smart-TV-systemen en slanke, randloze ontwerpen, met voortdurende ontwikkelingen zoals hogere helderheid, betere kleurweergave en geavanceerde beeldprocessoren.