slijpende

Slijpende is de tegenwoordige deelwoordvorm (present participle) van het Nederlandse werkwoord slijpen, wat betekende vangen: te gronden of scherpen. Als bijvoeglijk naamwoord beschrijft slijpende iets dat aan het slijpen is of onderdeel uitmaakt van een slijpproces. In die zin fungeert het vaak als een beschrijvende aanduiding van gereedschappen, werkzaamheden of bewegingen die met slijpen te maken hebben.

Etymologisch is slijpende afgeleid van de stam slijp- van slijpen, aangevuld met de achtervoeging -ende die kenmerkend is voor present participles in het Nederlands. Het behoort tot de groep participiale bijwoorden/adjectieven die zowel attributief als predicatief gebruikt kunnen worden, afhankelijk van de zinsconstructie.

Gebruik van slijpende komt vooral voor in technische en industriële contexten, zoals metaalbewerking, houtbewerking en tandheelkunde, om processen, gereedschappen of bewegingen aan te duiden die met slijpen te maken hebben. Voorbeelden zijn zinnen als “een slijpende machine” of “een slijpende beweging van het gereedschap.” In tegenstelling tot de voltooide vorm geslepen, dat een voltooid effect aanduidt, duidt slijpende op een voortdurende of agentgerichte actie.

Opmerkingen: geslepen verwijst naar het resultaat of de toestand nadat het slijpproces is voltooid, terwijl slijpende eerder naar het proces zelf verwijst. In combinatie met andere woorden kan het zinsverband versterken dat het gaat om een handeling van slijpen die op dat moment plaatsvindt of die kenmerkend is voor het object.