Home

röntgenabsorptie

Röntgenabsorptie is het proces waarbij röntgenstraling wordt tegengehouden door materie doordat fotonen worden geabsorbeerd of verstrooid. In medische en industriële röntgenstraling bepaalt de mate van absorptie het beeldcontrast en de dosis die een voorwerp of patiënt ontvangt. De belangrijkste interacties tussen röntgenfotonen en materie zijn foto-elektrische absorptie en Compton-schrijn (scatter). Foto-elektrische absorptie neemt toe bij hogere atoomnummers (Z) en lagere fotonenergie en levert een significante bijdrage aan de absorptie in materialen met veel zware elementen. Compton-schrijn is hoger bij hogere energieën en bij lagere Z en draagt vooral bij aan verstrooiing en dosisontwikkeling. Bij energies boven ongeveer 1 MeV kunnen ook pairproductie en andere processen meespelen, maar in standaard medische röntgenstraling is dit meestal verwaarloosbaar.

De mate van absorptie wordt beschreven met de lineaire attenuatiecoëfficiënt μ, zodat de resterende stralingsintensiteit I na

Het begrip röntgenabsorptie is ook verbonden met de half-value layer (HVL), de dikte die nodig is om

doorstraling
van
een
dikte
x
wordt
gegeven
door
I
=
I0
e^{-μx}.
Vaak
wordt
μ
uitgedrukt
als
de
massattenuatiecoëfficiënt
μ/ρ,
die
afhankelijk
is
van
de
energie
en
van
de
samenstelling
(dichtheid,
atoomnummer,
soort
materie).
Materialen
met
hoog
Z
en/dichtheid
hebben
doorgaans
hogere
μ
bij
lage
tot
middelhoge
energies,
wat
bijdraagt
aan
een
hoger
beeldcontrast
voor
die
energies.
de
intensiteit
te
halveren;
deze
parameter
hangt
af
van
de
energie
van
de
straling
en
van
het
materiaal.
Toepassingen
van
röntgenabsorptie
omvatten
beeldvorming
(röntgenfoto,
CT)
en
materiaalanalyse,
waarbij
de
absorptiepatronen
informatie
geven
over
samenstelling
en
structuur.
Veiligheidsaspecten
betreffen
blootstelling
en
bestrijding
van
ongewenste
straling.