resisteerden

Resisteerden is de verleden tijd meervoud van het werkwoord resisteren in het Nederlands. Het betekent zich verzetten tegen iets, weerstand tonen of tegenstand bieden. Het werkwoord wordt gebruikt voor zowel fysieke als morele of politieke verzet. In veel gevallen ligt de nadruk op het terugwijzen of tegenhouden van een druk, bevel of situatie waaraan men zich onwel voelt of waaraan men zich niet kan onderwerpen.

Etymologie en vormgeving: resisteren is een leenwoord uit het Frans résister, met Latijnse wortels (resistere). In het Nederlands volgt resisteren de regelmatige vervoeging van -eren-werkwoorden. De tegenwoordige tijd stamt als bijvoorbeeld ik verzet me, jij verzet je, we verzetten ons; de verleden tijd is ik resisteerde, jij/zij/hij resisteerde, wij/resisten/zij resisteerden. In de meervoudsvorming speelt de stamverandering een rol: resisteerden wordt vaak gebruikt wanneer het onderwerp meervoud is.

Gebruik en context: resisteerden komt voor in historische, sociale en politieke contexten, bijvoorbeeld: Tijdens de Tweede Wereldoorlog resisteerden veel Nederlanders tegen de bezetting. Ook in hedendaagse berichtgeving kan men spreken van groepen die resisteerden tegen onrecht of tegen overheidsmaatregelen. Synoniemen of verwante uitdrukkingen zijn weerstand bieden, verzetten en tegenstand leveren. In wetenschappelijke of technische contexten wordt vaak gesproken van resistentie of resistentie bij organismen of materialen, hoewel daar andere termen gebruikelijk zijn.

Zie ook: verzet, weerstand (weerstand bieden), verzetten.