patineren

Patineren is het beoefenen van glijden met skates, meestal op ijs of op wieltjes. In het dagelijks taalgebruik verwijst patineren naar zowel ijspatineren als rolschaatsen of inline skating. Bij ijspatineren dragen skaters ijzers met metalen bladen die over het ijs glijden; bij rolschaatsen of inline skating gaat het om skates met wielen. De activiteit kent zowel recreatieve als sportieve vormen, zoals recreatief glijden, kunstschaatsen, langebaanschaatsen en verschillende inline-skatingdisciplines.

Een basisuitrusting bestaat uit het passende paar skates, beschermende uitrusting en geschikt schoeisel. Voor ijspatineren zijn ijzers essentieel; voor rolschaatsen zijn wielen en een stevige schoen vereist. Veilig dragen van helm, pols-, kniefers en eventueel een enkelbrace vergroot de veiligheid, vooral voor beginners. De techniek omvat evenwicht, afzet en glijbewegingen. Remmen kan op ijs middels een T-stop of hockey-stop; op rolschaats kan men remmen met een achterwaartse rem of via een plow-stop.

Veiligheid en leerproces staan centraal bij patineren. Beginners trainen op vlakke, schone ondergrond en dragen beschermende uitrusting. Verkeers- en ijsomstandigheden vereisen aandacht voor kabels, naden en onregelmatigheden. Een les of begeleiding door ervaren instructeurs wordt aangeraden voor correcte houdingen en valpreventie.

Historisch en cultureel heeft patineren diepe wortels in noordelijk Europa, met lange tradities op ijs en op wielen. In Nederland en buurlanden is patineren sinds eeuwen onderdeel van winteractiviteiten en sportcultuur, met bekende evenementen zoals lange tochten en internationale competities. De sport heeft zich ontwikkeld tot een wereldwijd beoefende activiteit, variërend van recreatief skaten tot hoogwaardige competities.