palmen

Palmen zijn bloeiende planten uit de familie Arecaceae (ook Palmae genoemd). Ze kenmerken zich meestal door een rechte, onvertakte stam, een kroon van grote bladeren en een opmerkelijke groeivorm. Palmen komen voor in tropische en subtropische klimaten, hoewel sommige soorten kou kunnen verdragen.

De familie omvat ongeveer 2.600 soorten verdeeld over circa 200 geslachten. Bladeren zijn doorgaans groot en komen in verschillende vormen voor, van waaiervormig (palmaat) tot geveerd (pinnaat). De bloemen zijn meestal klein en gegroepeerd in bloeiwijzen die uit de bladoksels ontspringen. De vruchten zijn vaak klein en dragen één zaad.

Verspreiding en habitat: Palmen komen voor in tropische en subtropische streken wereldwijd, met grote biodiversiteit in Zuidoost-Azië, Amerika en Afrika. Ze groeien in oerwouden, savannes, mangroves en langs kusten, en sommige soorten kunnen in warmere gematigde regio's overwinteren. Sommige soorten, zoals Trachycarpus fortunei, zijn vorstbestendig en worden in delen van Noord-Europa en Noord-Amerika aangeplant.

Toepassingen en conservatie: Palmen leveren voedsel (kokosnoot van Cocos nucifera, dadels van Phoenix dactylifera), olie (Elaeis guineensis), sago (Metroxylon sagu) en vezels; ze dienen ook als bouwmateriaal. Ze zijn veelal populaire sierplanten in tuinen en openbare ruimtes. Veel palmen staan onder druk door ontbossing, overharvesting en ziekte; behoud en duurzaam beheer van habitats zijn daarom belangrijk.