outputlengte

Outputlengte is de lengte van de uitvoer die voortvloeit uit een proces, apparaat of functie nadat de invoer is verwerkt. De exacte lengte hangt af van de gebruikte representatie, codering en eventuele aanvullende bewerkingen zoals padding of formaatconversie.

In digitale systemen wordt outputlengte meestal uitgedrukt in bytes of tekens en kan zij variëren afhankelijk van de data en de manier waarop zij wordt gepresenteerd of opgeslagen.

Bij datacompressie is de outputlengte de grootte van de gecomprimeerde data. Deze lengte verschilt sterk per algoritme en dataset en omvat meestal ook overhead zoals headers of metadata.

Bij cryptografische hashfuncties en MACs heeft de outputlengte een vast bedrag dat door het algoritme wordt bepaald. Bijvoorbeeld SHA-256 levert 32 bytes op, ongeacht de invoerlengte.

In softwareontwikkeling is de outputlengte vaak bekend vanuit de API of call: de geretourneerde of weggeschreven uitvoer kan korter of langer zijn dan de invoer, afhankelijk van de bewerking en de beschikbare buffers.

In communicatie en signaalverwerking kan outputlengte afhangen van sampling, encoding en padding; soms is deze lengte gelijk aan de inputlengte vermenigvuldigd met een coderatio, maar dit is niet universeel.

Voorbeelden helpen bij begrip: een tekst van 1.000 bytes kan door compressie vaak minder dan 1.000 bytes opleveren, terwijl een hash altijd een vaste lengte van bijvoorbeeld 32 bytes heeft.

Zie ook: inputlengte, buffer, encoding, compressie, hashing.