Home

opslagvolume

Een opslagvolume is een logische of fysieke opslageenheid die aan een computer of opslagmiddel wordt gepresenteerd als een zelfstandig toegankelijk opslaggebied. Het kan een partitie op een interne of externe schijf zijn, een volledig fysieke schijf, een virtueel schijfbeeld, of een netwerk- of cloudvolume. Opslagvolumes worden gebruikt om data op te slaan en te organiseren en worden beheerd door een besturingssysteem of een opslagbeheerder.

Uitvoerende vormen zijn onder meer fysieke volumes (partities of hele schijven) en logische volumes die zijn

Belangrijke eigenschappen van een opslagvolume zijn onder andere de capaciteit, het toegepaste bestandssysteem, het mountpunt of

Beheer en gebruik: in Linux gebeurt mounting en formatting via tools als mkfs en mount, en bestanden

gemaakt
met
een
volume
manager
(zoals
LVM
op
Linux,
ZFS
datasets
of
Windows
Dynamic
Disks).
Ook
netwerkvolumes
bestaan,
bijvoorbeeld
via
NFS
of
SMB/CIFS,
(iSCSI)
targets
en
SAN‑volumes,
evenals
cloudvolumes
zoals
AWS
EBS,
Azure
Disk
en
Google
Persistent
Disk.
Een
volume
kan
worden
geformatteerd
met
een
bestandssysteem
zoals
ext4,
NTFS,
APFS
of
btrfs
en
krijgt
meestal
een
mont-
of
mountpunt
toegekend.
de
drive‑letter,
toegangsrechten,
quota’s
en
snapshots.
Daarnaast
speelt
betrouwbaarheid
een
rol,
vaak
door
redundantie
(zoals
RAID)
of
replicatie,
en
back-upmogelijkheden.
Volumes
kunnen
worden
vergroot
of
verkleind,
afhankelijk
van
de
gebruikte
technologie
en
fysieke
ruimte,
en
ze
kunnen
worden
gemigreerd
of
gemigreerd
naar
andere
opslagapparatuur
zonder
data‑loss.
worden
benaderd
via
het
bestands­systeempad.
In
Windows
wordt
een
opslagvolume
meestal
aangeduid
met
een
schijfletter.
In
virtuele
omgevingen
en
cloudinfrastructuren
worden
volumes
vaak
gekoppeld
aan
virtuele
machines
en
geautomatiseerd
beheerd
via
orchestratie-
en
infrastructuurhulpmiddelen.
Opslagvolumes
vormen
de
bouwstenen
voor
datacenteropslag,
desktops,
servers
en
cloudtoepassingen,
met
aandacht
voor
capaciteit,
prestaties
en
betrouwbaarheid.