Home

oppervlaktetextuur

Oppervlaktetextuur verwijst naar de kleine onregelmatigheden op een oppervlak die meetbaar zijn op de microscopische tot nanometerschaal. Het omvat kenmerken zoals ruweheid (een onregelmatig oppervlak), golving (waviness) en lay (de richting van de textuur die door de bewerking achterblijft). De textuur ontstaat door de gebruikte productiemethode (bijv. draaien, frezen, slijpen, gieten, additieve productie) en door nabewerking (polijsten, borstelen, zandstralen, coatings). Ze beïnvloedt functionele eigenschappen zoals wrijving, slijtage, afdichting, smeringsretentie en warmteafvoer, en kan ook esthetiek en de hechting van coatings beïnvloeden.

Oppervlaktetextuur wordt gekenmerkt met meetbare parameters. Dit omvat 2D-profielmetingen en 3D-arealmetingen. Veel voorkomende 2D-parameters zijn Ra

Toepassingen en ontwerp: textuur wordt bewust ontworpen en gecontroleerd om gewenste prestaties te bereiken. Een specifieke

(gemiddelde
ruwe-heid)
en
Rz
(top-tot-top
ruweheid);
bij
3D-textuur
worden
vaak
Sa
(gemiddelde
oppervlakte-ruwheid)
en
Sz
(maximum
hoogte)
gebruikt.
Metingen
kunnen
plaatsvinden
met
contactprofilometers
(stift)
en
met
niet-contactmethoden
zoals
optische
profilometrie,
interferometrie
en
focus-variatie.
Internationale
normen
ondersteunen
deze
metingen,
bijvoorbeeld
ISO
4287
voor
2D-ruwheid
en
ISO
25178
voor
3D-textuur.
textuur
kan
wrijving
en
slijtage
beïnvloeden,
afdichting
verbeteren,
smeermiddelretentie
verhogen
of
esthetiek
bepalen.
Het
begrip
van
oppervlaktek
economiseert
kwaliteitscontrole,
productontwerp
en
materiaalkeuze.