Home

oplosmiddelmoleculen

Op Losmiddelmoleculen zijn de moleculen waaruit een oplosmiddel bestaat in een oplossing. Zij vormen het medium waarin opgeloste stoffen kunnen oplossen en beïnvloeden samen met de opgeloste stof de eigenschappen van de oplossing. De interacties tussen oplosmiddelmoleculen en opgeloste deeltjes, zoals waterstofbruggen, dipool-dipoolkrachten en van der Waals-krachten, bepalen onder meer oplosbaarheid, reactiviteit en stabiliteit van opgeloste stoffen.

Oplosmiddelen kunnen polair of apolair zijn en worden vaak onderverdeeld in protische en aprotische oplosmiddelen. Protische

Tijdens solvatatie omringen oplosmiddelmoleculen de opgeloste deeltjes en vormen zo een solvatatielaag die stabiliteit biedt en

Voorbeelden van veelgebruikte oplosmiddelen zijn water, ethanol, aceton en dichloormethaan, evenals hexaan voor apolaire systemen. De

oplosmiddelen
kunnen
protonen
doneren
en
vormen
sterke
waterstofbruggen
(bijvoorbeeld
water
en
alcoholen).
Aprotische
oplosmiddelen
zijn
polair
maar
geven
geen
protonen
af
(voorbeeld:
aceton,
dimethylformamide)
of
zijn
apolair
(voorbeeld:
hexaan).
De
polariteit
en
de
diëlektrische
constante
(dieper
liggend
in
de
aard
van
de
stof)
van
een
oplosmiddel
zijn
belangrijke
factoren
bij
de
oplosbaarheid
van
zouten
en
moleculen
en
beïnvloeden
ook
reactiesnelheden
en
selectiviteit.
de
chemische
eigenschappen
van
de
oplossing
mede
bepaalt.
In
waterige
oplossingen
worden
ionen
bijvoorbeeld
gehydrateerd;
in
organische
systemen
vinden
vergelijkbare
solvatatie-verschijnselen
plaats
met
andere
interacties.
keuze
van
een
oplosmiddel
is
cruciaal
in
laboratoriumwerk,
synthese,
extractie,
chromatografie
en
analyse,
en
beïnvloedt
oplosbaarheid,
scheiding
en
reactiviteit.
Veiligheid
en
milieuoverwegingen
spelen
eveneens
een
belangrijke
rol
bij
het
werken
met
oplosmiddelen.