opgeschoven

Opgeschoven is het voltooide deelwoord van het separabele Nederlandse werkwoord opschuiven. Het functioneert als bijvoeglijk naamwoord of predicatieve participium en betekent dat iets is verplaatst—hetzij fysiek naar een andere positie, hetzij in de tijd naar een ander moment.

Etymologie en nuance: het woord is opgebouwd uit op- (op richting verandering) en schuiven (glijden of verplaatsen). Het benadrukt een verschuiving ten opzichte van een eerdere situatie, eerder dan alleen een langere duur te suggereren. Daardoor kan opgeschoven zowel betrekking hebben op ruimtelijke beweging als op tijdelijke wijziging.

Gebruik: fysiek verplaatsen bijvoorbeeld: De kast is opgeschoven naar de muur. Tijdelijke verschuiving in planning: De vergadering is opgeschoven naar volgende week. In logistiek, projectplanning en administratieve contexten komt de vorm vaak voor om aan te geven dat een object of een datum is verplaatst. In veel gevallen levert opgeschoven een neutrale, minder beladen nuance dan uitstellen, omdat het meer een verschuiving benadrukt dan uitsluitend een vertraging.

Grammatica: als predicatief participium wordt het vaak gebruikt met zijn/ is: De datum is opgeschoven. Het kan ook als bijvoeglijk deelwoord voorkomen: opgeschoven data, opgeschoven planning, etc. De exacte hulpwerkwoordkeuze in de voltooid verleden tijd kan variëren afhankelijk van dialect en context.

Zie ook: opschuiven, uitstellen.