nederlag

Nederlaag is een zelfstandig naamwoord in het Nederlands dat definitieert als een defeat of loss, meestal in competitie, conflict of andere confrontaties. Het duidt op de uitkomst waarbij een partij niet slaagt in het bereiken van zijn doel. Nederlaag staat tegenover overwinning en kan verwijzen naar sportuitslagen, militaire nederlagen, politieke verliezen of organisatorische tegenslagen. In de media en publieke discussie wordt de term vaak gebruikt om de zwaarte van de nederlaag aan te geven, van lichte tot zware verliezen.

Etymologie en nuance: Nederlaag is samengesteld uit neder- (naar beneden) en slag (blow, slag). Letterlijk suggereert het een slag die iemand naar beneden brengt, oftewel een neerlaag in een strijd of competitie. De term kan zowel formeel als informeel voorkomen en heeft vaak een gewichtige, negatieve connotatie.

Gebruik en uitdrukkingen: Het werkwoord bij nederlaag is lijden, zoals in een nederlaag lijden of een onverwachte nederlaag ervaren. Nederlaag kan worden geïnterpreteerd als een tijdelijke tegenslag, een leermogelijkheid, of het signaal voor strategische aanpassing. In politiek of zakelijk gesprek kan een nederlaag leiden tot heroriëntatie van beleid of leiderschap.

Variant spellings: Nederlaag is de standaardspelling. De vorm nederlag komt sporadisch voor en wordt doorgaans gezien als een foutieve of oudere spelling.

Zie ook: verlies, mislukking, overwinning.