modemverbinding

Een modemverbinding is de verbinding tussen een eindapparaat en een netwerk via een modem. Een modem (modulator-demodulator) zet digitale signalen van een computer om in analoge signalen die geschikt zijn voor transport over een medium zoals een telefoonlijn, kabel of glasvezel, en demoduleert de ontvangen analoge signalen terug naar digitale data. De term verwijst zowel naar de fysieke verbinding als naar de onderliggende data-overdracht die daarmee mogelijk wordt.

Historisch werd de term vooral geassocieerd met dial-up internet via het openbaar telefoonnetwerk (PSTN), waarbij de modem via een telefoonlijn een verbinding tot stand bracht en snelheden beperkt waren (rond 56 kbps). Tegenwoordig bestaan er verscheidene vormen van modemverbindingen met hogere snelheden, zoals DSL (over telefoonnetwerken), kabelmodems (DOCSIS) via kabelnetwerken en glasvezelmodems. In woningen en bedrijven is de modem vaak onderdeel van een geïntegreerde gateway die ook als router dienstdoet.

Hoe het werkt: de computer stuurt digitale gegevens naar de modem, die deze omzet in een analoog signaal voor transport over het medium; aan de ontvangende kant demoduleert de modem het signaal terug naar digitale data. Voor internetgebruik worden vaak protocollen zoals PPP of PPPoE gebruikt om de verbinding te authenticeren en IP-adressen toe te kennen. Snelheden en stabiliteit hangen af van de gebruikte techniek, de afstand tot de centrale vestiging en de kwaliteit van de lijn.

Beheer en beveiliging: de meeste modems worden geleverd door de internetprovider of aangeschafte losse apparaten. Ze bieden vaak firewallfuncties, NAT en soms draadloze beveiliging bij een gekoppelde router. Firmwareupdates en correcte configuratie zijn belangrijk voor veiligheid en prestaties. De term ‘modemverbinding’ benadrukt de relatie tussen eindapparaat en netwerk via de modem.