Home

matigheid

Matigheid is een deugd die zich uit in gematigdheid ten aanzien van verlangens en handelingen. Het omvat het vermogen om excessen en tekortkomingen te vermijden en om handelen te laten berusten op redelijkheid en zelfbeheersing. In de klassieke ethiek wordt matigheid vaak gezien als temperantie, een van de kardinale deugden. In christelijke tradities is zij verwant aan zelfbeheersing en gematigde verlangens; ook moderne denkers verbinden matigheid met een evenwichtige levenshouding.

De term stamt af van matig en verwante woorden zoals matiging en gematigdheid. In het dagelijks taalgebruik

Toepassingen en discussie: matigheid is relevant voor persoonlijke ontwikkeling, onderwijs en beleidsvorming. Voor sommigen blijft het

verwijst
matigheid
naar
een
verstandige
houding:
terughoudend
en
proportioneel
handelen,
ook
bij
eten
en
drinken,
uitgaven
en
het
najagen
van
plezier.
In
hedendaagse
debatten
over
gezondheid,
milieu
en
schuldenbeheer
wordt
matigheid
vaak
als
praktische
leidraad
genoemd
om
overmatige
consumptie
en
risicogedrag
te
beperken.
een
waardevol
ideaal
om
een
duurzaam
en
verantwoordelijk
leven
te
ondersteunen;
voor
anderen
kan
te
grote
nadruk
op
matiging
als
beperkend
ervaren
worden.
De
juiste
interpretatie
is
contextafhankelijk
en
draait
om
proportie
en
verantwoordelijkheid.