Home

luchtruimten

Luchtruimten zijn delen van de atmosfeer die door een land of overkoepelende luchtvaartautoriteit zijn aangewezen voor luchtvaartactiviteiten. Ze worden gedefinieerd met verticale en horizontale grenzen en vormen samen de omgeving waarin vliegtuigen veilig kunnen vliegen en waar nodig worden begeleid door luchtverkeersleiding.

Het beheer van luchtruimten gebeurt volgens internationale standaarden van de ICAO en Europese regelgeving, uitgevoerd door

Luchtruimten kunnen gecontroleerd of ongecontroleerd zijn. In gecontroleerd luchtruim geldt doorgaans ATC-dienstverlening voor vluchten die volgens

Piloten gebruiken luchtruimkaarten en NOTAMs om beperkingen, openingsperiodes en risico’s te kennen. Verkeersleiding is verplicht in

Samengevat vormen luchtruimten de door regels en afspraken beheerde delen van de atmosfeer waarin luchtvaartveiligheid en

nationale
luchtvaartautoriteiten
en
Eurocontrol.
De
indeling
van
luchtruimten
helpt
bij
de
toewijzing
van
luchtverkeersleiding,
afstands-
en
conflictoplossing,
en
verkeersbeheer.
instrumenten
werken
(IFR)
en
vaak
ook
voor
veel
VFR-verkeer.
In
ongecontroleerd
luchtruim
zijn
minder
strikte
regels
van
toepassing.
In
Europa
worden
luchtruimten
vaak
onderverdeeld
in
CTRs
(control
zones)
rondom
luchthavens,
TMAs
(terminal
control
areas)
voor
aanpak
en
afhandeling,
en
in
upper-
en
lower-gebieden.
Het
EU-systeem
maakt
doorgaans
onderscheid
tussen
gecontroleerd
luchtruim
(meestal
klassen
A
tot
en
met
E)
en
ongecontroleerd
luchtruim
(klasse
G),
met
nationale
afwijkingen.
veel
gevallen
van
IFR-vliegen
en
in
veel
EU-luchtruimen
ook
bij
VFR-verkeer
in
aangewezen
zones.
Militaire
oefeningen,
tijdelijke
zones
en
verboden
gebieden
kunnen
het
luchtruim
tijdelijk
beperken.
efficiëntie
centraal
staan.